Op maandagochtend moeten we met Elian naar onze nieuwe dokter, voor twee dingen. Het eerste is een bultje in zijn lies, dat hij al heel lang heeft. Ongeveer een halfjaar geleden heeft de schoolarts ernaar gekeken. Die dag was Elian prima, hij werkte met alles heel goed mee, terwijl hij echt veel moest doen. Die arts dacht dat het bultje een opgezette lymfeklier was, maar hij kon Elian niet laten liggen en als het niet weg ging, dan moesten we er mee naar onze huisarts. Het bultje ging niet weg en dus gingen we naar de dokter. We hadden Elian al dagen goed voorbereid op wat er ging komen. Op de dag zelf riep hij bij het opstaan echter al dat hij zou gaan gillen en schoppen bij de dokter. Dat deed hij ook inderdaad. Martin en ik hebben hem uiteindelijk in de houdgreep moeten nemen, anders waren we bij de dokter weg gegaan zonder dat zij het bultje had gezien. Zij legde twee seconden een vinger op het bultje en bevestigde dat het een opgezette lymfeklier was. Maar ja, het ging nogal snel en we hadden ook niet meer gevraagd na hoeveel tijd het bultje weg zou moeten zijn. Omdat Elian het bultje nog steeds heeft, wil ik voor de zekerheid dat de nieuwe dokter er ook eens naar kijkt. Als dat lukt …
Daarnaast geeft Elian al meer dan een halfjaar buikpijn aan. Nu merken we er niet zo veel van dat hij buikpijn heeft, maar hij geeft het best vaak aan en als we doorvragen, zegt hij dat hij het eigenlijk altijd heeft, maar het niet zo erg voelt als hij speelt. Aangezien hij een heel hoge pijngrens heeft (zo was hij bijvoorbeeld eens door een wesp in zijn hand gestoken en vroeg hij om een pleister), nemen we zijn klachten serieus.
Ook deze keer bereiden we Elian in de dagen voor het bezoek aan de dokter voor op wat er gaat gebeuren. We leggen uit wat de dokter gaat doen en waarom. We zeggen ook dat Elian ’s ochtends even in een potje moet plassen, omdat de dokter misschien aan zijn plas kan zien waar de buikpijn vandaan komt. Dat wil Elian dus niet … Eerst denken we dat het zal helpen als we gewoon vaak herhalen dat het moet gebeuren, dat hij aan het idee moet wennen. We leggen iedere keer uit waarom het moet. Elians nee blijft echter pertinent nee, ongeacht welk argument we gebruiken. Ook voor een beloning zwicht hij niet. Normaal mag hij elke avond door zijn bord leeg te eten een sticker verdienen en als hij 20 stickers heeft, heeft hij een Thomastreintje verdiend. Hij mag twee stickers verdienen met in het potje plassen, maar hij weigert. We willen hem niet meteen het treintje aanbieden, omdat het ook weer niet de bedoeling is dat hij leert dat als hij maar vaak genoeg nee zegt, papa en mama hem vanzelf omkopen met iets wat hij heel graag wil. En straffen is hij nooit zo gevoelig voor, als we daarmee dreigen wordt hij geheid alleen maar super boos.
Ik vraag andere ouders van kinderen met pdd-nos om tips en die raden ons aan om Martin een wedstrijdje te laten doen met Elian: wie het beste in het potje kan piesen. Wij vinden het een goed plan, maar Elian wil dit absoluut niet. Misschien dat we er al te veel over gepraat hebben (hoewel ik bang ben dat het anders ook niet gelukt zou zijn, zulke wedstrijden doen we immers anders ook nooit).
Uiteindelijk bedenk ik dat Martin en ik een wekker moeten zetten op vier uur ’s nachts, dat Martin Elian dan op de wc moet zetten en ervoor moet zorgen dat een deel van de plas in het potje belandt. Tot ongeveer een halfjaar geleden tilden we Elian ’s avonds ook altijd op de wc en dan plaste hij halfslapend. Het lijkt ons het enige plan dat kans van slagen heeft. Dus om vier uur gaat onze wekker (en druk ik die van mij uit, terwijl die op het tijdstip staat waarop we echt moeten opstaan – gelukkig doe ik hem even later ook weer aan) en strompelt Martin naar Elians slaapkamer. Niet lang daarna hoor ik Elian: ‘Neeeeeee!’gillen.
Een poosje later komt Martin onze slaapkamer binnen en zegt: ‘Nou, dat was een succes!’ Toen hij Elian op de wc zette, werd die net wakker genoeg om zijn benen stijf tegen elkaar te houden en te roepen dat hij niet wou. Daarna was een ander lichaamsdeel van hem wat stijf, waardoor hij omhoog plaste en Martin hem een schone onderbroek en pyjamabroek aan kon doen. Hierna komen Martin en ik allebei zeer moeizaam in slaap, ik vooral omdat ik me druk maak over hoe het bij de dokter zal gaan. Gelukkig heb ik een dubbel consult aangevraagd, twee keer tien minuten dus.
’s Ochtends proberen we nog een laatste maal Elian zo ver te krijgen om in een potje te plassen, ook door aan te geven hoe blij we zouden zijn als hij dat zou doen. Tevergeefs.
Wanneer we bij de dokter komen, geeft hij haar netjes een handje. Hij kruipt helemaal ineengedoken bij Martin op schoot. Als de dokter Elian vragen stelt, geeft hij antwoord door met zijn hoofd te knikken of te schudden, zonder haar aan te kijken. Maar als hij naar het “bed” moet waar hij op moet liggen, gaat hij er wel op zitten, maar weigert hij verder mee te werken. En daar gaan we weer met onze argumenten. Meneer heeft er geen zin in.
Ik ga nog even weer met de dokter terug naar het deel van het kantoortje waar we eerst zaten. Martin probeert Elian nog over te halen. Dat lukt uiteindelijk, door hem zeven stickers te beloven als hij goed meewerkt … maar dat doet hij dan ook echt.
De dokter kan ons geruststellen dat het bultje echt een opgezette lymfeklier is. Als ze op Elians buik drukt, geeft hij nergens pijn aan. Wel hoort ze minder darmgeluiden dan normaal. En ja, eigenlijk heeft ze een plasje van Elian nodig.
Ruim een halfuur nadat we ons aan haar voorstelden, zeggen we onze nieuwe dokter gedag. Binnenkort moeten we een plasje van Elian langsbrengen. Ons nieuwe plan: een bakje of pannetje in de wc-pot zetten en hopen dat Elian dat niet opmerkt en gewoon plast. Maar of het gaat slagen …?
0 comments:
Post a Comment