Wednesday, September 5, 2012

De buschauffeuse


Verleden jaar wist ik het al na drie dagen: het ging helemaal mis met Elian bij zijn nieuwe buschauffeur Sam. Na onze fantastische ervaringen met Elians allereerste buschauffeur Alwin, vielen de ervaringen met Sam ons rauw op het dak.
Sam kwam op nogal wisselende tijden ’s ochtends. Hij vond het leuk voor de kinderen die hij vervoerde als ze elke dag zelf een plek mochten kiezen. Praten met ons vond hij niet nodig, hij parkeerde het busje op straat en zwaaide vandaar naar ons. Praten met de kinderen deed hij ook niet aan, hij leek het er al moeilijk genoeg mee te hebben ze op tijd af te leveren. Hun namen onthouden was ook erg lastig, zelfs aan het eind van het jaar zei hij nog, als hij het over een meisje uit het busje had: ‘Eh, hoe heet ze ook alweer?’ Volgens Elians juf groette hij de kinderen ook nauwelijks, als hij ze kwam halen. En het Elian vertellen als er wijzigingen waren in het busje bleek ook erg moeilijk, dan zei hij bijvoorbeeld: ‘Ja, wij weten het zelf ook vaak pas laat als er een nieuw kindje in de bus komt.’ Om vervolgens gewoon niets tegen Elian te zeggen, ook niet wanneer hij dan wél wist dat er een kindje weg ging, er een nieuw kindje kwam of er bijvoorbeeld een heel andere route gereden moest worden.
Sam was er zelf ook niet blij mee dat hij op het speciaal onderwijs reed. Eerdere jaren had hij met lichamelijk gehandicapte kinderen gewerkt, over wie hij zei: ‘Die kinderen hechten zich tenminste wél aan je!’ Een opmerking die me enorm kwetste, want Elian kan zich juist heel erg aan mensen hechten. Als we Alwin eens tegenkwamen, toen die al lang Elians buschauffeur niet meer was, begonnen Elians ogen te stralen en wilde hij de man meteen van alles vertellen.
Al vrij snel gaf ik aan dat wij Elian graag bij zijn vorige buschauffeur geplaatst zagen. De gemeente en het vervoersbedrijf gaven aan dat dit niet mogelijk was, ondanks al mijn bezwaren. Ik nam zelfs contact op met de ombudsman, die een vrouw bleek te zijn. Zij concludeerde echter, zonder een woord met mij gewisseld te hebben, dat de gemeente en het vervoersbedrijf serieus naar mijn opmerkingen gekeken hadden, maar dat Elian in een ander busje plaatsen niet in het algemeen belang was. Kortom: geld was belangrijker dan mijn kind. Ondertussen ging het met Elian steeds slechter in het busje en kwam hij extreem stuiterend op school, terwijl hij rustig het busje in ging. Ik bleef er voor vechten dat hij bij zijn eerdere, of desnoods een willekeurige andere, chauffeur geplaatst zou worden.
Er kwamen incidenten met een achtstegroeper in het busje, met wie Elian niet overweg kon. De jongens daagden elkaar uit, waarbij Elian echt geen engeltje was: hij schopte die jongen een keer. Elian kan zijn daden niet goed overzien en kon niet inschatten dat zoiets écht niet slim was, überhaupt niet, maar zéker niet bij zo’n grote jongen. Zelfs Sam was bang voor wraakacties van de jongen! Uiteraard noemde ik ook al dit soort dingen bij de gemeente en het vervoersbedrijf.
Mijn strijd leidde er uiteindelijk toe dat de kinderen een vaste plek in het busje kregen en dat de buschauffeur gedwongen werd elke dag met mij te praten. Dat was al een hele verbetering. Daarnaast zorgden we ervoor dat Elian in het busje op de Nintendo ging spelen. Dat vond hij heel leuk en heeft hem er doorheen gesleept.
Dit schooljaar was het weer afwachten wie de buschauffeur zou worden. Natuurlijk had ik aangegeven dat we Alwin wilden, maar er was mij al voorspeld dat hij het waarschijnlijk niet zou worden. Toen ik afgelopen vrijdag thuis kwam van een huwelijksvoltrekking, lag er een briefje van de nieuwe buschaufeuSSE: Aad. Op het briefje stond haar naam en hoe laat ze Elian maandag zou ophalen. Wat had ik de pest in dat ik haar misgelopen was!
Maandag was het dan zo ver. Terwijl Elian zijn schoenen aandeed (dat doet hij altijd pas als het busje er is, iets wat we hem verleden jaar niet af konden leren, omdat het busje er nooit op hetzelfde tijdstip was), sprak ik even met haar. Zowaar, het vervoersbedrijf had haar verteld dat ik graag met haar wilde praten! Gespannen stelde ik een belangrijke vraag: ‘Krijgen de kinderen een vaste plaats?’ Gelukkig antwoordde ze dat dat zeker de bedoeling was. Aad had nog nooit kinderen naar het speciaal onderwijs gereden, maar ze zou wel zien hoe het ging. Ik vertelde de belangrijkste dingen: dat Elian licht autistisch is, dat hij op zijn Nintendo speelt in het busje en dat het goed voor hem is om het te weten als er dingen veranderen in het busje.
Op maandag gaat Elian naar de opvang. Ik hoorde van zijn leidster dat het goed was gegaan in het busje.
Dinsdagochtend liep Elian met een Bionicle naar het busje. Hij had Aad over het speelgoed verteld, maar ze had het niet goed begrepen en dus wilde hij het laten zien. Wat een heerlijk gevoel om hem haar die Bionicle enthousiast te laten zien! In het hele afgelopen jaar heeft Elian niet één keer iets aan zijn chauffeur willen laten zien.
’s Middags antwoordde Aad bevestigend op mijn vraag of het goed was gegaan.
Vanochtend vertelde ik Aad dat ik een briefje had gegeven aan Elian, dat hij aan Edwin moest geven. Elian wil namelijk graag met Edwin spelen en op het briefje staan mijn persoonlijke gegevens, zodat Edwins ouders contact met me kunnen opnemen als hij dat ook wil.
‘Het gaat vast om Erwin,’ legde Aad uit. ‘Er zitten een Erwin en een Edwin in het busje. Edwin is een grote jongen, Erwin is kleiner en zit naast Elian.’ Ze weet dus donders goed wie er in het busje zitten en haalt zelfs kinderen die bijna dezelfde naam hebben niet door elkaar!’
Ik vroeg of Elian vooral op zijn Nintendo speelt. Dat doet hij, maar hij kletst ook met de anderen kinderen. Dat gaat prima!
Vanmiddag vertelde Aad dat er morgen een wisseling is in het vervoer: de jongen die ze nu als eerste ophaalt, haalt ze voortaan als derde op, omdat zijn ouders hebben geklaagd dat hun zoon te lang in het busje zit. Dit had ze al met Elian doorgesproken.

Aad vervoert onze zoon nu drie dagen. Ik heb al aardig wat vertrouwen in haar!

0 comments:

Post a Comment