Thursday, August 16, 2012

Onverwacht


 ‘Vandaag gaan we eerst de identiteitskaarten van Elian en mij ophalen bij het gemeentehuis,’ vertel ik de kinderen. ‘Daarna laten we de fietsenmaker van winkelcentrum Paddepoel naar mijn fiets kijken, want het stuur is stuk. Dan eten we thuis. Na het middageten gaan we naar de Ruskenveense plas.’
Dit is de normale gang van zaken, deze vakantie. Elke ochtend roep ik de kinderen bij me en dan vertel ik ze de planning van de dag, die eigenlijk elke dag bestaat uit ’s ochtends klusjes doen en ’s middags iets leuks doen. Als ik de kinderen niet bij het huishouden betrek, gebeurt er namelijk niets in huis, want als ze alle drie thuis zijn kan ik ze niet zonder supervisie laten. Als ze me “helpen” met bijvoorbeeld vegen en dweilen duurt het langer dan wanneer ik dat alleen doe, maar zo gebeurt het tenminste wel. De “klus” van vandaag is dus om de identiteitskaarten op te halen.
We fietsen naar het centrum. Alles loopt gesmeerd. We zijn vrijwel direct aan de beurt en Elian hoeft alleen maar te zeggen hoe hij heet, terwijl ik hem erop had voorbereid dat hij vast weer allemaal vragen zou krijgen. Ik bedenk spontaan dat we nog even naar de speeltuin in het Noorderplantsoen zouden kunnen gaan. Daarvoor hoeven we nauwelijks om te rijden. Ik vraag de kinderen of ze dat willen en ze vinden het goed.
Bij de speeltuin aangekomen blijken er met name twee torens van klimtouwen te zijn, waar Elian en Marie meteen wel in willen klimmen. Rowan moppert: ‘Zo heb ik niets te doen.’ Ik wijs hem op draaidingen, die er ook zijn en die hij anders altijd leuk vindt. Hij blijft de hele tijd dat we in de speeltuin zijn mopperen. Er komt zand in zijn schoenen, hij kan niet zelf op het draaiding klimmen, hij wil wel op de touwen maar het lukt niet, enzovoort. Dan moeten Marie en ik naar de wc, blijken de toiletten niet open te zijn en stel ik dus voor door te rijden naar Paddepoel, waar we bij de Hema naar de wc kunnen. Waarop Rowan begint te mekkeren dat hij nog wil blijven … Marie en Elian doen helemaal niet moeilijk.
We fietsen naar Paddepoel, waar we allemaal even naar de wc gaan. In de Albert Heijn kopen we nog melk voor bij het middageten zo meteen thuis  en dan gaan we met mijn fiets naar de fietsenmaker. Ik kan het stuur nauwelijks bewegen. Eerst zat het steeds te los, nu al maanden veel te vast en ik krijg gewoon zere armen van het sturen. Martin weet niet goed wat nu losser en wat vaster moet, dus de fietsenmaker moet er even naar kijken en aan draaien.
‘Dan zijn de kogeltjes in het stuur kapot,’ is de conclusie van de fietsenmaker na mijn verhaal. Hij zal even aan het stuur draaien voor nu, maar ik moet een afspraak maken om de fiets echt te laten repareren.
PANG doet mijn stuur als de man er mee bezig is. Daarna blijkt er echt iets stuk te zijn.
‘U kunt hier nu niet meer op rijden,’ zegt de man. ‘Ik zal hem direct repareren, maar dan kan wel twee uren duren.’
Tja. Daar sta ik dan met de kinderen, tegen lunchtijd, in een winkelcentrum op ruim tien minuten fietsen bij ons huis vandaan. Naar huis lopen is niet echt een optie. Hier is Elian totaal niet op voorbereid … Ik besluit er maar het beste van te maken en vertel de kinderen meteen dat we bolletjes, vleeswaren en krentenbollen bij de Albert Heijn halen om op te eten, dat we de melk drinken die we gekocht hebben en dat we iets te spelen gaan halen bij de Wibra, waarmee ze zich wat langer kunnen vermaken.
We bezoeken de Wibra, de Witte Boekhandel én de Zeeman, waarna Marie een kleurboek en stiften heeft, Elian zes mini-autootjes met echte oogjes (net als Cars!) en Rowan twee vliegtuigjes.
Elian zijn haar is aardig lang. Ik had in de planning volgende week met hem naar de kapper te gaan. Spontaan vraag ik hem of hij nu wel naar de kapper wil.
‘Ja, hoor,’ antwoordt hij gelaten.
De kapper heeft plek, maar we moeten even wachten. Deze tijd gebruikt Elian om de stickers van koplampen, die bij de autootjes op de bumper zitten, een stukje naar boven te verplaatsen, waar ze horen …
Als ik ook bij de kapper geknipt ben, vind ik het tijd worden eens te informeren of de fiets onderhand klaar is, want we hebben hem al zeven kwartier (!) eerder gebracht. De mannen van het bedrijf zijn allemaal aan het lunchen. Mijn fiets is klaar, maar niemand die me even gebeld heeft! En bedankt hè! Tja, dat denk ik dus, maar ik bedank de fietsenmaker hardop op een vriendelijke toon …
Het is al na tweeën als we thuis zijn. Omdat we nu eenmaal bedacht hadden om naar de Ruskenveense plas te gaan, besluit ik dat inderdaad maar te doen. De kinderen moeten alvast hun zwemkleren aan. Elian en Rowan hebben beiden dezelfde Carszwembroek en daarnaast een reservezwembroek. Sinds onze vakantie is één Carszwembroek zoek, dus geef ik Rowan de reservezwembroek die hij de hele week al draagt.
‘Die wil ik niet!’ roept hij. ‘Ik wil mijn Carszwembroek!’ 
Ik begin hem uit te leggen dat er één kwijt is, maar vindt Elian zo super vandaag, dat ik hem vraag of Rowan de Carszwembroek aan mag. Dat vindt Elian prima.
Rowan niet. ‘Ik wil MIJN Carszwembroek!’
Pas als ik hem uitleg dat er twee exact dezelfde zwembroekjes zijn gaat hij akkoord.
Uiteindelijk brengen we nog een aantal fijne uren bij de Ruskenveense plas door.

De gebeurtenissen van vandaag waren nogal onverwacht. Hoe Elian daarmee omging ook – en wat ben ik daar blij mee!

0 comments:

Post a Comment