Sunday, August 5, 2012

Ballie



De eerste middag van onze vakantieweek brengen we door op SIVO, het internationaal volksdansfestival van Odoorn. Op een afgezet terrein staan vier podia waar twee uren lang mensen van verre landen in volkskledij dansen. Met Elian gaat het boven verwachting: hij durft eerst niet alleen met Marie en Rowan vooraan te gaan staan, maar wel als ik erbij sta, en later vindt hij het zelfs niet erg als ik even wegloop om drinken te halen of naar de wc te gaan. Aan het einde van elke dans klapt hij enthousiast. Er zijn veel mensen en er is lawaai, maar de mensen staan stil rond het podium te kijken en het lawaai beperkt zich tot één plek. Alleen bij de muziek van Zuid-Afrika stopt Elian vingers in zijn oren.
Na het dansen gaan we vlakbij op familiebezoek. Als we daar vertrekken is het al tegen zessen en het is drie kwartier rijden naar Elians logeerhuis, dat we weer een week gehuurd hebben als vakantiehuis. Omdat we geen puf hebben om nog te koken, besluiten we uit eten te gaan bij de Norger Berg. We hopen dat we ons geluk met Elian hiermee niet op de proef stellen. Vaak wandelen we daar of gaan er naar de speeltuin die bij de camping hoort, en we hebben er verleden jaar ook gegeten, dus we wagen het erop.
We bestellen eten en dan ga ik met de jongens naar de speeltuin. Martin haalt ons op als het eten gebracht wordt. Elian houdt zich heel redelijk, maar als hij het eten dat hij moet eten als hij een ijsje wil verdienen op heeft, gaat hij rond de tafel lopen. Hij vertelt Marie dit en Martin dat, uiteraard niet stilletjes. Ook Rowan begint heen en weer te lopen. Martin en ik nemen de twee op schoot. De bediening pikt dat goed op en komt afruimen. Voor toe krijgen de kinderen een doosje met dingen erin: snoep, ijs in een plastic schatkist en voor de jongens een stuiterbal. Marie krijgt een poppetje. Zij is niet zo van de poppen, dus vraag ik aan haar of ze hem wil ruilen voor een stuiterbal. Nee, ze vindt dit wel een leuk poppetje.
Buiten spelen de jongens fanatiek met hun stuiterballen. Rowan laat de zijne al snel in bosjes belanden. Gelukkig vindt Martin de bal zo weer. Hij zegt tegen de jongens dat zij op het deel dat voor tennissen bedoeld is moeten stuiteren, want dat is omringd door een hoge omheining. Minstens een kwartier gaat dat goed. De jongens gooien de bal en hollen er gillend achteraan. Dan weet Elian het toch voor elkaar te krijgen dat zijn bal door de omheining heen gaat, of eroverheen; in ieder geval is de bal kwijt. Elian huilt hartverscheurend. Martin en ik kijken door de omheining heen, maar er staan struiken achter met veel bladeren. Een jonge vent komt aan de andere kant van het hek aanfietsen. We vragen hem of hij wil helpen zoeken. Hij geeft aan dat we naar zijn kant kunnen komen, om ook te zoeken. Terwijl we erheen lopen, huilt Elian nog steeds heel hard. ‘Ballie!’ roept hij. ‘Ballie!’ Dit past echt bij hem, hij hecht zich aan dingen. Van de week was hij nog verdrietig omdat er één van zijn negen petten miste in zijn bed. En een poosje terug had hij een stukje hout gekregen van de leidster van zijn opvang. Het was echt letterlijk een klein stukje hout, het was niet eens een blokje, maar Elian bombardeerde het tot iets wat hij de hele tijd meesjouwde. Het was een keer kwijt toen hij in bed lag. Ook toen huilde hij heel hard om “Houtje”. Toen we Houtje weer vonden, sloot hij het in zijn armen alsof het een teruggevonden baby was. Gelukkig is die obsessie weer voorbij, want door zijn formaat was Houtje vaak lastig te vinden.
We zoeken ons rot, maar Ballie is onvindbaar. Ik vraag Marie of ik alsjeblieft haar poppetje mag proberen om te ruilen voor een nieuwe stuiterbal, want Elian is ontroostbaar. Ze twijfelt, want ze vindt het poppetje immers leuk.
‘Hoe vaak ga je er mee spelen dan?’ vraag ik.
‘Waarschijnlijk niet,’ geeft ze toe.
Ik mag het proberen. Met de nog altijd huilende Elian loop ik het restaurant in. Elian krijgt van iedereen blikken vol medelijden. Een serveerster is dan ook direct bereid het speelgoed om te wisselen, loopt de keuken in en komt terug met een gestreepte gekleurde stuiterbal, die ze Elian geeft. Hij kijkt er moeizaam naar.
‘Dit is niet dezelfde,’ leg ik uit. ‘Heeft u nog een blauwe met glitters?’
Ze kijkt me wat vreemd aan. Ik twijfel even of ik moet vertellen dat Elian licht autistisch is, maar besluit dat niet te doen.
Even later kiest Elian een bal uit een doos vol ballen. Precies dezelfde, maar dan een slagje kleiner. Snel gaan we naar het logeerhuis, want het is al negen uur.
Tijdens de vijftig meter die we van onze parkeerplek naar het logeerhuis moeten lopen weet Elian de stuiterbal in het ienieminibosje voor het huis te gooien. Weer huilt hij hard.
Deze keer huilt Marie ook hard. ‘Ik heb mijn poppetje ingeleverd voor die bal en nu is hij alweer kwijt.’
Zoeken heeft nu weinig zin. De kinderen mogen nog even tv kijken om rustig te worden en liggen om half tien in bed.
Tot elf uur blijft Elian steeds uit zijn bed komen, waarbij hij vooral naar Marie gaat.
Ik denk dat ik een volgende keer maar nee zeg tegen een stuiterbal voor Elian. ‘Nee, dank u, hij stuitert al genoeg van zichzelf …’

0 comments:

Post a Comment