Sunday, June 10, 2012

Voetbalwedstrijd


Wij zijn geen echte voetbalfans. Martin checkt regelmatig voetbaluitslagen en is redelijk op de hoogte van hoe FC Groningen ervoor staat, maar wedstrijden kijken doet hij zelden tot nooit. Zelf ben ik al blij als ik de namen weet van enkele Oranjespelers en reuzetrots als ik er zelfs een paar herken. Toch is ook bij ons de tuin in oranjesfeer versierd. Een poos terug vroeg Marie namelijk of ze vlaggetjes mocht tekenen en die dan plastificeren.
‘Het is nog goedkoper om zelf vlaggetjes te kopen,’ zei ik en dat bracht me op het idee. ‘Zouden jullie het leuk vinden als we buiten vlaggetjes op zouden hangen?’

De kinderen reageerden enthousiast. Met Marie kocht ik in de Action oranje vlaggetjes, Holland-lint en oranje ballonnen. Thuis blies Marie tien ballonnen op en hing daarna, samen met Elian en zijn begeleider Sandra, de boel op aan de voor- en zijkant van ons huis.
Elian maakte een vlag voor binnen, Marie maakte nog een vlaggetjesslinger om binnen voor het raam te hangen. Om het af te maken verfden Rowan en Marie de ramen naast onze voordeur in voetbalstijl. Alsof we echte supporters zijn.
Een klein beetje is dat ook het geval, want we gaan met het hele gezin de eerste EK-wedstrijd van Nederland kijken. Deze activiteit staat al lang op de weekkalender, de kinderen zijn voorbereid dat we op tijd eten, dat ze tijdens de rust hun pyjama’s aan moeten doen en direct na de wedstrijd in bed moeten. Elian hebben we beloofd dat we popcorn maken.
Tegen twintig voor zes, later dan gepland, is onze warme maaltijd klaar. Martin wil graag voor de tv eten, maar dat doen we nooit, dus zeg ik dat het te plotseling is voor Elian.
‘We kunnen het toch voorstellen?’ zegt Martin.
Ik vraag aan de kinderen of ze voor willen eten. Marie en Elian roepen: ‘Jaaaaaaa!’, Rowan wil niet.
‘Je mag ook in je eentje aan tafel eten,’ zegt Martin tegen Rowan. Dat wil hij niet, dus we schuiven een kindertafel en –stoeltjes voor de tv.
‘Ik vind dit niet leuk,’ jammert Rowan als de wedstrijd begint.
‘Je hoeft het niet te zien,’ stelt Martin hem gerust, ‘je mag zo meteen ook naar bed.’
Dat wil Rowan natuurlijk niet.
Het eerste kwartier zit Elian redelijk rustig, maar hij wordt steeds drukker. Hij en Rowan willen beiden bij papa op schoot, klimmen erop, eraf, lopen heen-en-weer; Martin heeft het er druk mee.
Elian leeft heel erg met het voetbal mee, roept steeds: ‘Yes! Hup Holland! Kom op, maak een score! Mooi zo!’ Iedere keer als er ook maar iets gebeurt in het voordeel van Nederland, zelfs als ze gewoon een bal mogen ingooien of een vrije trap krijgen enzovoort. Hij is geen minuut stil.
Na een halfuur, hij heeft zijn eten net achter de kiezen, vraagt hij: ‘Wanneer krijgen we nu de popcorn?’
‘Als het de pauze is, ga ik die maken,’ antwoord ik. ‘We eten het tijdens de tweede helft.’
Ondanks dit duidelijke antwoord vraagt Elian nog meerdere keren naar de popcorn, ook in de pauze roept hij tweemaal wanneer ik nou de popcorn ga maken?
Martin heeft ondertussen spijt dat de kinderen mee mochten kijken, zo druk zijn de jongens. Rowan heeft geen lawaai, maar is wel beweeglijk. Martin wil ze het liefst naar bed doen, maar ik vind dat we dat niet kunnen maken en dat is hij met me eens.
De tweede helft eten we eerste de popcorn op. Daarna zit Rowan vooral op de bank en Marie zit  heel stil, maar Elian begint steeds meer door de kamer te springen. De volle 45 minuten blijft hij ons team aanmoedigen. Uiteraard zo luid, dat we hem vaak vragen wat rustiger en stiller te zijn. Hij steekt Rowan aan, die ook af en toe begint te roepen.
Dan is de wedstrijd afgelopen. We hebben van Denemarken verloren, met 1 -0. Elian barst in huilen uit. Hij huilt heel erg hard en gaat daar zelfs mee door als hij naar de wc moet. We troosten hem, vertellen dat het leuk zou zijn geweest als Nederland gewonnen had, maar dat er nog meer wedstrijden komen en dat het niets geeft, dat we immers nooit voetbal kijken, dat ons leven gewoon doorgaat enzovoort. Het helpt allemaal niets, Elian blijft hartverscheurend huilen.
We zetten De Speelgoeddokter in. Dat is een animatieserie, over een meisje dat dokter is voor haar speelgoed. Elke aflevering zegt ze: ‘Ik heb een diagnose!’ (Daarop vroeg Elian eens: ‘Heb ik dat ook, mama? Een diagnose?’) De kinderen vinden het een leuk programma.
De Speelgoeddokter kalmeert Elian. Hij kan zelfs lachen om het grapje op het eind.
Dat de wedstrijd hem erg heeft vermoeid, blijkt wel: hij valt iets eerder in slaap dan hij normaal doet en doet iets wat hij nooit doet: uitslapen, tot maar liefst twintig over acht!

0 comments:

Post a Comment