Monday, April 16, 2012

Vervelende broer

Na schooltijd komt Timor, een klasgenootje van Rowan, mee om te spelen. Bij ons thuis vraagt hij: ‘Jij hebt toch een vervelende broer?’
Rowan beaamt dat volmondig. Er gaat een steek door mijn hart.
‘Elian is niet vervelend, maar hij heeft een stoornis,’ leg ik uit. ‘Hij is niet als andere kinderen. Als dingen anders gaan dan anders, raakt hij erg in de war. Hij wordt dan heel druk en soms, als het echt heel erg is, dan gaat hij ook wel eens slaan. We proberen er altijd voor te zorgen dat dat niet gebeurt en hij krijgt dan ook straf, maar dat helpt niet altijd. Daar kan hij dus niets aan doen. Vanmiddag is hij er niet, hoor, hij is naar de opvang en Marie is naar een vriendin, dus jullie kunnen lekker samen spelen.’
Timor kijkt me stralend aan.
Ik denk aan de vorige keer dat Timor hier was. O, ja, dat ging inderdaad niet zo goed. Hij en Rowan gingen met de treintjes spelen, op de speelkamer waar Elian ook speelde. Twee minuten later volgde ik hen, om te kijken hoe het ging. Timor stond huilend op de overloop. Hij was buitengesloten. Volgens Elian had Timor iets stukgemaakt (hij liet een speelgoedeendje van zo’n twee centimeter zien, dat ik niet herkende) en daarom had Elian de deur dicht gesmeten.
Met een huilende Timor liep ik naar beneden. ‘Wil je dat ik je moeder bel? Wil je naar huis?’
Snikkend knikte hij.
Rowan en Elian kwamen ook naar beneden. Ik besprak met hen wat er gebeurd was. Elian legde ik uit dat Timor aan het huilen was door hem. Timor gaf toe dat hij het eendje kapot had gemaakt, maar ik vertelde Elian dat hij Timor dan toch niet zomaar mag buitensluiten. Rowan liet ik weten dat hij de deur ook weer open had kunnen doen, dat hij niet gewoon moest doorspelen. De beide jongens zeiden sorry tegen Timor, die zijn tranen droogde.
‘Gaan jullie dan leuk verder spelen?’ stelde ik voor. Mijn eerste reactie vond ik bij nader inzien wat overdreven. Alle kinderen hebben wel eens wat. Ik ben het echter niet gewend dat er kinderen bij ons spelen. Elian heeft geen vriendjes en er speelt zelden een vriendinnetje met Marie; als Marie wel met iemand speelt, gaat dat eigenlijk altijd goed. Ik moet dus nog in de moederrol groeien die hoort bij een kind dat wél met andere kinderen speelt.
Alle drie de jongens wilden verder spelen.
‘Timor mag met mijn nieuwe treintjes spelen!’ riep Elian enthousiast. Dat was zeer lief en onzelfzuchtig van hem, want hij had die treintjes nog maar net gekregen en eigenlijk mocht niemand ze hebben.
Later aaide Elian Timor over zijn bol. Ik zag aan Timor dat die dat niet erg kon waarderen en zei zachtjes dat Elian dat maar niet weer moest doen. Toch deed hij het even later weer. Hij vond Timor lief en toonde dat op zijn onhandige manier. Ik nam hem even apart en legde uit dat ik kon zien dat Timor het aaien niet zo leuk vond. Daarna deed Elian het niet weer. Hij riep alleen maar af en toe: ‘Wat zijn Rowan en Timor leuk aan het spelen! Ik vind het leuk dat Timor hier speelt!’ En hij sprong op en neer van plezier.
Toen Timor net weg was, zei Elian: ‘Ik hoop dat Timor weer eens komt spelen. Ik vond het erg leuk!’
Niet geheel onbegrijpelijk was Timor wat minder gecharmeerd van Elian. Gelukkig weerhoudt het hem er niet van om weer met Rowan te komen spelen!

0 comments:

Post a Comment